Aarding rondt gedeelde verten,
een licht schijnt, vrij op naam:
ik voel mijn schaduw krimpen.
Jouw stem penseelt een teder
peinzen: zo bekend en nog zoveel
verkenbaar; het wachten is gedaan.
Mijn landschap kleurt voor jou
in zonnebloem en korenaar;
papaver ruimt het veld.
Lef lonkt een zomerstorm,
dat niet eindigt bij de einder,
daar een minnedicht begint.
Reageer