De eerste regel is: meteen ontsluiten;
de einden openleggen aan de start,
uw lezer wakker schudden uit zijn smart,
want anders kunt u naar ’t vervolg wel fluiten.
De tweede regel is: in vieren delen;
niet helemaal gelijk, ’t is acht op zes
en elk van hen gedeeld door twee, het mes
moet wél het eerlijk snijden kunnen velen.
Maar dan: de sprong, de ommekeer, geen rust
hier te genieten, spanning moet er wezen!
Een vlotter zien, in geen geval qua trein,
al moet u ’t wél zo laten lopen! Zijn
er dan nog vragen, moet u beter lezen.
Nou gauw aan ’t werk, als ik zonet ~ bewust!
Tsss… qua trien kan ik tellen!
Ik heb dat vers verschillende keren gelezen (in stilte) en ik vond het hoe langer hoe vreemder. Hiermee is nog eens bewezen dat een sonnet dient om luidop gelezen te worden!
Hartelijke groeten,
Vera
Hallo Vera,
Als door mij zeer gewaardeerde medesonnettenbakker kan ik zo’n mooie complimenten van jou natuurlijk erg appreciëren! Mijn dank daarvoor. 🙂
Het gaat er natuurlijk ook om hoe het ‘klinkt’ wanneer het sonnet wordt voorgedragen:
Qua trein => kwatrijn
vlotter zien => vlot terzine
zonet – bewust => sonnet-bewust
Ziedaar! Of beter: hoordaar! 😉
Hartelijks en groet,
Sunshine T
Ha, een goedlopend sonnet! Altijd een genot om te lezen (voor mij). Vooral het tweede kwatrijn vind ik knap. “Qua” voor trein vind ik vreemd, ik had gewoon “een” geplaatst.
Mijn complimenten en vriendelijke groeten,
Vera De Brauwer