de tuinvrouw en de liefde – sunshine tenochtithlan
Zij kauwt op groeizin, smaak en bladergroen,
maakt graag een kaalslag uit het land haar zaak,
schetst menig klant tot haar verbazing raak
wat in de grond al helder qua visioen
zich tooit. Zo strooit zij als een trojka rozen,
dahlia, jasmijn; seizoenen gaan
langs heem en hof, vermaakt met haar voldaan.
Haar passie drijft haar blik, wekt licht haar blozen
eer gerijpte pennenvruchten glorie
vinden in haar lustig hof van heden-
daags ontwerp. Bezield! Nog onverlet
wie haar soms in verzoeking brengt de story
elders te voltooien, reeds veertien schreden
lang houdt elk perceel haar gunst bezet.
Maar wacht, haar groots verhaal begint maar net:
ontplooit het liefst haar kansen in het kneden
van verrassingsspel dat a priori
zonder weerga, haar indachtig, pret
schenkt, reizend in niet eerder al betreden
gangen van de scheppende victorie.
Tijd streelt deze vrouw een fraaie pose:
druk of niet, ze ziet de haast niet staan,
maar wél een kunstig werk aan deze laan;
neemt kalm besluit te gaan voor virtuoze
speling. Wát haar handen vaardig doen
ontstaan, komt afgetekend in de maak
perfect tot stand. Verleidt een dichter spraak-
duet dat tweezaam schittert in high noon.
Geef een reactie