Van de kiezer moet hij
cadeautjes uitdelen.
Van de interviewer moet hij
iets eloquents zeggen.
Van de lobbyist moet hij
bepaalde handen schudden.
Van de secretaresse moet hij
aan een bloemetje denken.
Van de fractiegenoot moet hij
leren zwijgen.
Van de opiniepeiler
moet hij kortere zinnen maken.
Van de stalker moet hij
één woord schreeuwen, recht in de camera.
Van de partij moet hij
meer zichtbaar zijn.
Van zijn schaduw moet hij
meer rechtop lopen.
Van zijn coach moet hij
ontdekken wat zijn kern is.
Van zijn kinderen moet hij
zijn haar en kleding verversen.
Van zijn vrouw moet hij
een weekend lang ontspannen.
Van zijn moeder moet hij
zijn dassen beter strikken.
Van zichzelf moet hij
een visie ontwikkelen,
niet op het land,
maar op het dichtnaaien van zijn ogen en oren.
Reageer