Het was precies de dag, dat ik meeuws verstond,
dat een meeuw me krijste dat hij je had gezien,
niet veel verder, nog met je nieuwe kleren aan,
windgedroogde lippen en slechts een vage geur
van spijt.
Maar meeuwen praten naar je mond,
dit strand waaruit ik waaide, was god
en haarverlaten,
sinds het midden van de tijd.
Reageer