de kolk – manja croiset
februari 1968
Er is iets wat me grijpt
Ik wankel en word meegesleurd
Tot op de bodem word ik gezogen
Maar als er geen bodem is
Blijf ik eindeloos zinken
of is het stijgen
De aarde is rond
Er is geen begin
Er is geen eind
Het is een maalstroom
Er bestaat geen slot
35 jaar later en de kolk nooit uitgekomen.
de lach hieronder is m wel vergaan.
alhoewel mijn boekje en=n traan met een kwinkslag, redelijk is.
Maar de nuance voor mij belangrijk “met en lach en een traan”, heeft voor mij een totaal andere betekenis dan “EEN TRAAN MET EEN KWINKSLAG”.