De kraag om zijn nek, is als het leidsel van een vleugel
De tak in zijn bek, is als een overwinning zonder teugel
De rust die hij brengt, wordt als een dadenpad, verengd
De kleur van zijn veer is als het zilvren licht van weleer.
In nevelen gehuld, kwam uit het pulserende verzwijgen
van wat niet gezegd kan en ook nooit gezegd zal worden
een gevleugelde boodschapper te voorschijn.
Hij sprak niet van wat ik kon krijgen
Ook gaf hij mij niet de sleutel tot aanbidding van horden
Maar hij sprak in de kleuren van zijn weerschijn.
Ik werd doorstraald
Op een onbekende betekenis onthaald
Mijn wezen was in lichtstralen vertaald
Werd hier voor mij uitgelegd
In de taal van een ander zijn
als een uiterst kleurrijk klankfestijn.
Hoe klonken de klinkers die klonken in het neerdwarrelen van betekenis
Hoe zij in mij verzonken en spraken over de waarde van mijn gemis
Hoe was mijn verlies beklonken tussen haat en droefenis
Een vastklinken van de grievende pijn der nimmer aflatende treurnis.
Ik was aan het drozen, in de nis van mijn innerlijk weten
Waar zonder overleg ik voelde wat van werkelijke waarde is
Waar veel papier met droedelen werd versleten
En ik door een droede op mijn borst gezeten, verdronk in sidderend dromen
En zag voor mij een heel nieuw drogbeeld van betekenen opkomen
De vragen werden versluierd door de uitleg van het teken voor vis.
Toch werd zijn wezen vervuld
In een nieuw lichtend Zijn gehuld
Kon hij ontplooien in geduld
Met aan zijn voeten gebonden
De wiekelende woorden
Die waren als zuiver klankakkoorden
Van het liefdevolle stralen
Dat de gevleugelde boodschapper
Deed nederdalen.
Een welgemeend advies: bij de volgende dichtbevlieging drie maal stevig met het voorhoofd tegen het tafelblad slaan.
Voor God en Vaderlands.