de gedichtenmachine – hans van willigenburg

In mijn hoofd ligt de gedichtenmachine
onophoudelijk op de loer.

Met zijn onzichtbare grijparm
plukt hij steeds en overal dingen weg.

De machine houdt niet van lawaai,
van snoevers en acteurs al helemaal niet.

De machine houdt eigenlijk nergens van,
ja, van het stiekeme wegplukken zelf!

Van de oogwimper die knippert zonder benul,
van de lege toiletrol op een tegelvloer,
van de modderspatten op een verwaarloosde auto,
van alles wat blijft liggen in alle verhalen.

De machine is trots dat hij geen geluid geeft
en geen schroeven of bouten bevat.

Luidkeels ontkent hij dan ook ‘machine’ te zijn.

Zolang hij niet wegvliegt
en ik ‘m oliën blijven mag,
sta ik die ontkenning liefdevol toe.

Reageer