de ezeldrijver en de buurvrouw die van haar huid huivert – delphine lecompte
De ezeldrijver probeert vuur te spuwen
Het loopt verkeerd af
Zijn gezicht is verminkt
Tijdens zijn verblijf in het brandwondencentrum
Worden zijn ezels over het strand gedreven door zijn jongste broer.
De eerste dag na zijn ziekenhuisontslag schrijft
De ezeldrijver sonnetten over zijn oudste broer
Die vuurspuwer in Bosnië was tot hij werd omgebracht
Met de letter ‘k’ van een reisscrabblespel
Door zijn minst vergevingsgezinde schuldeiser.
De tweede dag na zijn ziekenhuisontslag maakt
De ezeldrijver pudding voor zijn buurvrouw
Ze slaat de pudding af
Maar ze blijft zitten tot de zon ondergaat
En na de ondergang staat ze recht om te rouwen.
De buurvrouw van de ezeldrijver rouwt
Om de verdwijning van de elasticiteit
Van haar huid, ze wordt oud
Op het vel van de pudding landt een nachtinsect
Aan de maan kun je niet zien dat ze ooit bezocht werd.
De eerste dag na de seks met zijn buurvrouw trekt
De ezeldrijver zijn werkkleren aan
Zijn jongste broer zegt dat de ezels gestorven zijn
‘Waaraan?’ vraagt de verminkte ezeldrijver
‘Als je antwoordt: aan jouw afwezigheid, dan maak ik je af!’
De jongste broer antwoordt: ‘De ezels zijn gestorven aan jouw afwezigheid.’
De tweede dag na de seks met zijn buurvrouw schiet
De ezeldrijver zijn jongste broer dood
Na de moord gaat hij naar de hobbywinkel
Waar zijn buurvrouw werkt
Ze is hardop hazen in piepschuim aan het tellen.
De ezeldrijver bekent
Dat hij geen ezels meer heeft
De buurvrouw is de tel kwijt
Ze vraagt: ‘Wil je met me trouwen?’
Geef een reactie