dagopening – c.p. vincentius

Intussen snijdt Otto zijn havermout
in ongelijke grijsbruine hompen
en vertelt over diverse legeringen
in plastic, die hij bij constructie
van een reiskoffer hanteert, terwijl

zijn vrouw zorgzaam hemden strijkt,
binnen het uur vier maal achter
de keukendeur telefoneert met neef
over geboorte die langer uitblijft.
Naarmate ik de tekeningen met vette

vingers aanpak en zie dat de sluiting
nooit zal functioneren, de rand
makkelijk is open te breken, klinkt
uit de gang een langgerekte gil
en blijft de vraag naar het geslacht

boven de ontbijttafel hangen.’Vroeger,’
begint Otto en hij schenkt koffie
terwijl zijn vrouw Nelly de strijkbout
eindelijk van het overhemd haalt
en intussen daar haar vingers brandt.

Ik eet nog ‘n homp koude havermout
terwijl de geur van verschroeid
textiel zich met die van verse koffie
en zweetlucht van Nelly mengt.
Intussen is de dag maar net begonnen.

Reageer