de bedrogene
wist niet beter
dan dat hij onder water liep
onvast en traag van stappen
geduldig toch
langs scholen vis en wier
was het doorgaan
weerbarstig blijven voortgaan
als het noodlot
ogen glazig op de wal gericht
hij kende niet
de dwarse rust van lange nachten
het was van oren dicht
en nooit meer ademhalen
Reageer