bezoek – eelke van es
Langs de meest paarse auto van de buurman
strijken zij – de supermarktgangers.
Met neuzen als knollen komen ze
aan tafel om te klagen over
de uitgeschonken koffie,
over de aardappels die vierkant en
geeldreigend in de vuurlinie liggen.
Bidden dan maar –
het oog richten naar boven,
de logica van de nederlaag
tot volle wasdom laten komen.
Wij zijn het offer dat deze maaltijd brengt,
ooit willen wij worden uitgeleverd aan
wijn en bloed, aan brood en vlees.
Het is zoals U reeds voorspelde:
dit leven was het consumeren niet waard,
ons genoegen ligt Boven,
waar de kat haar jongen
naar het duister likt tot
de kleine darmen als inktvis
om zich heen grijpen. Radeloos,
de tongen te rasperig om te zwijgen.
Geef een reactie