belijdenis – sunshine tenochtithlan
„Jij moet in lijden gaan,” zo schreef zij vief,
en dwong mij tot een apocrief votief-
missaal; zoals de wijn het water naakt,
mijn droomzin onverhoopt te schrap geraakt.
Ik wachtte op een inspiratiewind,
wellicht was Sinxentijd mij goedgezind,
maar kreeg in plaats daarvan een koortsig natte
drogclausuul van mijn verloren schatten.
De stilte bleef en hield mij stijf aan banden
van de weeromstuit, zocht taal mijn teken-
schrift in dit van zon verwaaide land,
het snapte mij maar nét bij het verzanden;
toch de geest gaf, wees van mijn gebreken:
„Jij leidt mijn allerliefste misvershand!”
Geef een reactie