zie de avond
balt zijn vuisten
jij vecht
en ik vang
het ruisen van engelen
die door dit maaiveld
lopen we moeten blijven lopen
laat een spoor van bomen na
tegen het dunner worden van de lucht
kan ik niet helpen – schiet ik oeverloos tekort
zie de avond
stolt zijn duister
jij vocht
en ik ving
het lekken van jouw
mergpapieren gezicht
laat me je stelpen
ik draag je naam en leg je neer
in dit slapeloos gedicht
met de herinnering
aan ruimte
maar te licht
voor de zalvende woorden
van een dwalende god
Bedankt voor je mooie woorden. Ze zijn fijn om te lezen. Zo’n eerste keer insturen is toch wel erg spannend.
Mooie poëzie Sabine! Om te herlezen. De ‘je’ zou een ander kunnen zijn, maar ook de avond zelf. Er straalt iets van droefheid uit je gedicht, om het vallen van de avond, om het verlies van de ander? Prachtige opening van eerste en tweede deel: ‘zie de avond …’. Je brengt niet enkel een sfeer, maar ook gevoelens over in echte poëtische taal, spelend: ‘die door dit maaiveld lopen, we moeten blijven lopen …’.
‘laat een spoor van bomen na tegen het dunner worden van de lucht’: een laatste verzoek om de nacht tegen te gaan, prachtige beeldspraak. Mooi hoor, mooi!