boei mij boeheer, boei
Ik zie de dingen niet
Die de tijd achter zich liet
Noch de dingen die komen gaan.
Verpletter mijn verstand O oude wijze
Verbijster mijn geweten allerliefste
Muze van vertwijfeling, ’s werelds enige
Paarden dragen mensen die als paarden zijn
Vrouwen nemen mannen die vrouwen mennen
En als dan het paard onrustig draaft door de nacht
Ment de oude wijze de zegen van verstandsverbijstering
Die verwijlt in het Oerlicht onaangetast
Die verruilt gedachten voor zegeningen
Die verruilt uitwaseming voor uitkristallisering
Ook al heeft oude wijze manieren, ’t is geen vorm
Vermaak je gerust wildebras, maar
Je moet mij niet verloenen
Wijl hij verpoosde in de voorhof van wildvang
Wij wijzen naar godsvrucht
Hoe ook zullen zij uitvloeien
Die vreesden en dwaalden
Hovaardig, verbijsterd, dat ik niet besta
Verbeus zonder houvast
Het zoetgevooisde failliet van verbositeit
boei mij boeheer, boei
Jij ziet de dingen wel
Ook onder de sluier van een vaarwel
Evenknie van Euterpe
Reageer