al wat er nodig is – mark van der schaaf

Als er wind was hadden we niet veel nodig
om van de aarde af te groeien, te wennen
aan wat onmogelijk oneetbaar doorschijnend
in onze monden viel, we aten rauwe lucht
hingen tongen als lappen uit, de neusgaten
gespreid en alle geuren dromden samen
het scheen lucht waar wind was ingeslagen
dus gaven we niet op, stonden voorbereid:
ansichtkaarten, maalsteen, een souffleur
die het andere brulde: dring niet aan
als de bomen beginnen! Het was bekend.
We draaiden ons achterste, bliezen het
vers gemaaid ertussen, de volle wind.

– gedicht uit Krakatau 37 –

Laat een antwoord achter aan In Krakatau « Flarf Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK