ik zal je zeggen dat ik weet van einde niets
en ook begin is mij ontschoten in de haast
die leven heet verbrand ik weet nog goed
dat ik verbaasd uit ogen staarde naar
een ik dat mens geworden was een houten
glas vertelde mij van leren eten lopen
baan en dan het wennen aan gesprekken
over straat zonder de anderen aan te
raken balanceerde ik op zijden draden
langs een jou je lippen streelden tong
bewegen langs en zo te spreken met jouw
hart geworden menselijkheid het was alsof
het spreken over water lopen was zo zweefde
leven over in een jou en ik waaruit je ogen.
Reageer