rubens – harry m.p. van de vijfeijke
Ik ontluik bij de zwier en het vlezend plezier,
daar zweven de lijven van Rubens.
Ik, heremiet en verlangend, hang hier.
Kom langzaam los van de grond,
mijn vingers belust op het raken
van mijn lief in haar luik in den hoge
en haar subliem door de meester
geschilderde kont.
In haar drieluik vannacht,
zo had ik extatisch bedacht,
heb ik haar diagonaal
naar haar hemel gebracht.
Geef een reactie